Muziek uit de Middeleeuwen en Renaissance
Studio Laren





fr.wikipedia.org
discogs.com
medieval.org
CNR 748002

1972


januari 1972
Studio van Luc Ludolf, Nederhorst den Berg




A
Middeleeuwen rond 1200

1. De la crudel morte di Christo   [1:37]   Lauda uit het liedboek van Cortona
Vedel, zamr, hakkebord, kleine harp, trom, alle zangstemmen

2. Beneyto foi o dia   [1:40]   Canto per Santa Maria van ALFONSO el SABIO   CSM 411
Vedel, portatief, blokfluit, kleine harp, vrouwen en mannenstem

3. Clausula Domino   [1:55]
Vedel, luit, hakkebord, blokfluiten, zink en twee mannenstemmen

4. Danse réale   [1:11]   anoniem
Vedel, blokfluit, zink, trom, darabukka, belletjes

5. Der Kuninc Rodolp   [1:53]   der UNVUORTZAGETE
Vedel, twee mannen en vrouwenstem, zink, pommer, kromhoorn, trom en darabukka

6. Istampitta ghaetta   [3:10]   anoniem
Vedel, blokfluiten, portatief en darabukka

7. Ik singh myn avendledelyn   [0:54]   Rostocker Liederbuch
Vedel, luit en mannenstem

8. Prendes i garde   [0:30]   Guillaume d'AMIENS
Vedel, alle zangstemmen enschellenring

9. A chantar m'er de so qu'eu no volria   [1:52]   Beatritz de DIA
Vedel, kleine harp, portatief, blokfluit, vrouwenstem en twee mannenstemmen

10. Saltarello   [1:59]   anoniem
Vedel, pommer, blokfluit, trom, darabukka



B
Dansen, straatliedjes, muziek voor hof en kerk

1. Ballo francese   [1:32]   Uit il Primo libro de balli van Giorgio MAINERIO (1578)
Kromhoorns en serpent, portatief en blokfluiten

2. Che bella vit'hal mondo un villanelle   [1:07]   Strambotto, 15e eeuw
Vrouwen en mannenstern, chalumeau

3. Il fantazis de Joskin   [2:35]   JOSQUIN Desprez (ca. 1450-1521)
Blokfluiten en viola da gamba

4. Myn hert altyt heeft verlangen   [1:57]   Pierre de LA RUE (?-1518)
Vrouwen en mannenstem, portatief, zink en kromhoorn

5. Resvelons nous, resvelons amoureux   [1:07]   Guillaume DUFAY (?-1474)
Luit en blokfluiten

6. Gentil prince   [1:12]   anoniem – 15e eeuw, uit het Odhecaton van Petucci
Hakkebord, mannenstem, pommer, kromhoorn en twee tofs

7. Sancta Maria   [2:40]   John DUNSTABLE (ca. 1370-1450)
Vrouwen en mannenstem, blokfluit en viola da gamba

8. Motet 'Mors'   [3:36]   PEROTINUS (ca. 1200)
Alle zangstemmen, zink, kromhoorn en blokfluit

9. Vite perdite   [0:58]   anoniem &#ndash; Notre Dame School (ca. 1200)
Vrouwenstem, pommer, kromhoorns, darabukka en bekkentjes

10. Diex, comment porroie   [1:04]   Adam de la HALLE (13e eeuw)
Blokfluiten, schellenring, vrouwen en twee mannenstemmen












Studio Laren
Marijke Ferguson


Zangstemmen:
Maria Rondél
Michiel ten Houte de Lange
Donald de Marcas
Hans Verzijl

Instrumentalisten:
Dieuwke Berkelaar
Marijke Ferguson
Marijke Smit Sibinga
Willem Bremer
Hans Verzijl





IETS OVER STUDIO LAREN

Er zijn tegenwoordig zoveel mensen, die vertrouwd zijn met middeleeuwse muziek, dat het niet meer nodig is te zeggen dat deze muziek een ton onrechte onontdekt gebied is. Het vertrouwd zijn met deze muziek heeft tot gevolg gehad dat binnen de beoefening ervan verschillende interpretaties zijn ontstaan.

Studio Laren, opgericht in 1967 door Marijko Ferguson, toentertijd woonachtig in Laren (vandaar de naam) beeft een muziekinterpretatie, die men hot best 'funktioneel' zou kunnen noemen. Een boertig lied klinkt bij Studio Laren niet als Korkmuziek. Bovendien is Studio Laren dynamisch, in die zin dat vergrote kennis over de middeleeuwen en de renaissance een veranderde uitvoering ten gevolge zal hebben.

Het is gebleken dat het publiek van Studio Laren veelsoortig is. Het bestaat niet alleen uit liefhebbers van de klassieke muziek, maar ook uit mensen van de 'folk-music' hoek, die plezier beleven aan minder geciviliseerde klanken en structuren en mensen, die zoeken naar authenticiteit. Als Studio Laren een miljoen kreeg, zou de hele groep studiereizen maken naar die gebieden waar nog traditioneel gezongen wordt en gespeeld op de prototypen van de instrumenten, die ook in de middeleeuwen klonken. Maar voorop staat dat Studio Laren de oude muziek niet speelt omdat ze oud' is, maar omdat zij zich in deze muziek emotioneel kan uitdrukken.



IETS OVER DE MUZIEK

Kant 1 is een bloemlezing van vrolijke, ernstige, wereldlijke en geestelijke muziek, die slechts gemeen hebben dat zij zo'n 950 jaar geleden ontstonden, en bovendien hier allemaal gespeeld worden op één aaneengesloten bourdontoon, die over de hele lengte van de plaat klinkt. Deze muziek is met uitzondering van het clausula domino, monodisch: éénstemmig. Als opening klinkt de zamr; een Midden-Aziatische schalmei. Een vrije improvisatie op dit instrument leidt naar het Lauda 'De la crudel morte di Christo', één van de vele boeteliederen gezongen door flagellanten in een tijd, dat naar men dacht, het einde van de wereld wel zeer spoedig zou komen. Een heel andere devotie spreekt uit het mystieke Spaanse lied 'Beney to foi o dia', wat gezongen werd tijdens de regering van de Koning 'Sabio' (de wijze). Het clausula domino behoort tot de vroegste meerstemmige muziek. Die meerstemmigheid werd als een riskante en toch wel aantrekkelijke ordeverstoring ondergaan, want het was immers de muzikale ordo, neergelegd in duizenden religieuze éénstemmige antifonen, die de kommunikatie met de Heilige Drieéénheid onderhield. De muziek reikte tot in de hoogste sferen.

In het Wereldlijke lied, geschreven door de minnezanger 'de onversaagde', waarschuwt deze speelman Koning Rodolp zich vooral toch correct te gedragen als edelman, anders zal er schande over hem gezongen worden en die schande zal over de hele wereld klinken. Beatritz de Dia was een vrouw, een Trobouritz en zij waarschuwt tegen het verdriet waarin de vrouw, door haar liefde, voor de mannen, gebracht wordt.

Kant 2 begint met een dans, gespeeld op drie kromhoorns en serpent. Het serpent is een bas-zink. De zink is een houten blaasinstrument met gaatjes als een blokfluit, maar met het mondstuk van een trompet. Dit instrument is at bijzonder vroeg op plaatjes waar te nemen. Maar het serpent, de bas van de familie, werd pas aan het eind van de 16e eeuw ontwikkeld. De chalumeau, hier een enkelriet instrument – te vergelijken met de klarinet – klinkt in het strambotto, een Italiaans straatlied.

Het 'Il fantazis de Joskin' is één van de weinige zuiver instrumentale muziek van Josquin des Prez, hier gespeeld op een basblokfluit en de vrij zelden te horen grote basblokfluit en viola da gamba. 'Myn hert altyt heeft verlangen' is het enige lied op Nederlandse tekst uit het chansonboek van Margaretha van Oostenrijk, wier hofhouding in Mechelen was. 'Gentil Prince' is een soort protest tegen onrecht en willekeur van Kasteelheren. Zij worden gewaarschuwd dat hun vrouwen verkracht zullen werden. Zijzelf zullen sterven nog voor de vogels zingen. Een gymel is een muziekvorm afkomstig uit Engeland, waarin tertsenparallellen optreden. Iets wat uitzonderlijk was in die dagen. Het Motet 'Mors' is een prachtig voorbeeld van meerstemmige muziek uit de Ars Antiqua. Uit een antifoon wordt op het woord mors in de tenor door drie stemmen gezongen over de dood, waarna het Gregoriaans vervolgd wordt. Vite perdite is een tekst, die ook in de bekende Carmina Burana voorkomt. In dit lied klaagt men dat het leven te kort is om er zo schandelijk oppervlakkig mee om te springen als allerwegen gedaan wordt. Adam de la Halle was één van de laatste trouvers. Naast monodische muziek schreef hij ook in de nieuwe stijl meerstemmig, zoals het 'Diex, comment porroie'. Maar bewaard uit de oude stijl van componeren bleef nog het afwisselend zingen van koor en solostemmen.



IETS OVER DE INSTRUMENTEN

De instrumenten die Studio Laren bespeelt zijn copieen of reconstructies van de oude instrumenten. De blokfluiten zijn overwegend cylindrisch, gebouwd door Scheele, Hopf on Horwiga. De luit is twaalfchorig, gebouwd door Nico van der Waals. De kromhoorns zijn van Korber en Moock evenals de zinken, de pommer, het serpent en de chalumeau. De vedel is van het type Gardien, de viola da gamba van Kooh. Het portatief is gebouwd door Ahrondz. De kleine harp door Huy. De zamr, de darabukka, de tofs en het hakkbord zijn volksinstrumenten.